
Voorjaar 1942 kondigden de Duitsers een algemene arbeidsplicht af. Iedere Nederlandse man tussen 18 en 35 kon nu verplicht worden in Duitsland te werken. De arbeidsinzet bracht de oorlog en bijbehorende keuzes plotseling dichtbij, velen moesten zich ofwel melden voor tewerkstelling ofwel onderduiken. Onderduikers werden in de Achterhoek op grotere schaal opgenomen dan in de rest van Nederland. Het is een van de centrale thema's van het WO2 verhaal van de deze Gelderse grensstreek.
Hiervoor zijn verschillende verklaringen geopperd, zoals het sterke gemeenschapsgevoel, de dominante rol van de kerken en de overzichtelijkheid van het landschap, waar men de vijand al van verre kon zien aankomen. De groei van het aantal onderduikers leidde tevens tot het ontstaan van de 'verzorgende illegaliteit': honderdduizenden personen waren actief betrokken bij het verlenen van onderdak, het verschaffen van papieren en het leveren van middelen. De LO, de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers, ontstond in Winterswijk.
Meer regionale samenwerking
Met het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten zijn verkennende gesprekken gevoerd over het opzetten van een regiocluster Achterhoek. Gerda Brethouwer, directeur van het museum, is enthousiast en blij met de geboden ondersteuning om meer de samenwerking te zoeken in de regio. De komende tijd wordt hier een vervolg aan gegeven met het organiseren van een regionale bijeenkomst.